Estadio Nacional de Chile
Voetbalstadion werd concentratiekamp

De staatsgreep en de daarop volgende uitroeiing van de linkse volksbeweging was uitermate goed voorbereid in de commandocentra van het Chileense leger. Het grote ‘Estadio Nacional de Chile’ van Santiago werd onmiddellijk ingericht als concentratiekamp. In een paar dagen werden meer dan 12.000 mensen, meest studenten, vrijwilligers en vakbondsleden op de tribunes en in de kleedkamers gevangen gezet.

De kantoorruimtes werden gebruikt als ondervragings- en folterkamers. Executies werden zonder vorm van proces op het middenveld uitgevoerd en de lijken werden ’s nachts met vrachtauto’s weggebracht en op onbekende plaatsen in de stad begraven. Verhalen van buitenlandse vrijwilligers, die in het stadion gevangen hadden gezeten werden na hun verbanning in de internationale pers gepubliceerd en getuigden van de gruwelijke behandeling door de militairen.

Een Amerikaans studentenechtpaar tegen Associated Press: ‘De beulen van het leger stelden systematisch groepen samen van 20 tot 25 man. Ze werden naar het voetbalveld gevoerd. Daarna klonk steeds weer het gezang van de Internationale. Dan hoorde men schoten en het zingen werd steeds zwakker. Tot men niets meer hoorde’.

Herman Vuijstje en Koos Koster in de Haagse Post van 6 oktober 1973: ‘Je wordt wakker. Iemand ligt met zijn benen op je maag. Met 76 man op de stenen vloer van een kleedkamer in een voetbalstadion. De gevangenen schatten zelf het aantal mensen dat in het stadion wordt vastgehouden op 12.000. Op mijn “afdeling” liggen zeven cellen, elk volgepropt met gemiddeld 80 mensen. Voor de 80 tot 90 mensen die per dag vertrekken, komen er 100 tot 200 in de plaats. Maandagochtend leest iemand het bericht voor dat Pablo Neruda gestorven is. Wij houden een herdenking in onze cel. Iemand citeert uit het hoofd een van zijn gedichten. ’s Middags horen wij gesteun en geschreeuw in de cel naast ons. Wij horen de beulen roepen: “naam, adres!” Het gekreun duurt een uur. Als wij een bord soep mogen gaan halen, zien wij dat het de Belg Andres van Lancker was, ex-functionaris van Chili’s hoogste economische controleorgaan, die in elkaar geslagen is.Hij ligt samen met drie andere Chilenen als een vod op de stenen vloer. Iemand zegt: “Ze kunnen je gezicht wel kapot slaan, maar je ideeën niet”. Een ander antwoordt: “Daarom maken ze je af, omdat ze denken zo van je ideeën af te komen”. Woensdagmiddag worden alle Hollanders verhoord. Stuk voor stuk moeten wij een verklaring ondertekenen dat wij geen enkel letsel hebben opgelopen. Als staatsgevaarlijke extremisten worden wij allemaal uitgewezen en moeten vele andere gevangenen in angst, wanhoop en ellende achterlaten.’

Juan René Muñoz Halcon, lid van de socialistische partij: ‘De militaire junta wilde dat ik mijn vroegere kameraden zou verraden. Ik werd naar het stadion overgebracht. Om mij te vermurwen lieten ze 30 gevangenen voor de presidentiële tribune komen. Daaronder waren partijgenoten en vrienden. De majoor gaf hen bevel te gaan lopen. Er waren twee machinegeweren. Toen enkele kameraden begonnen te lopen werden ze door de machinegeweren neergemaaid. Degenen die aarzelden werden meteen door een grote groep soldaten neergeschoten.’