Pinochet
Het verraad van Pinochet

Kort nadat het centrum van Santiago rond dat middaguur van de elfde september 1973 was opgeschrikt door het bombardement van het Presidentiële paleis, volgde een bestorming door het leger onder aanvoering van de hoogste commandant Augusto Pinochet Uriarte. In de korte, maar hevige schermutseling die volgde, benam president Salvador Allende zich het leven. De droom van een vreedzame omwenteling was voorbij, een nachtmerrie begon.

Generaal Pinochet pleegde verraad met zijn aanval op het paleis. Op 23 augustus, nauwelijks achttien dagen voor de staatsgreep, was hij door zijn president uit dank voor bewezen trouw aan het regiem, tot de hoogste commandant van de Chileense strijdkrachten benoemd. Sinds zijn vijftiende jaar was hij in militaire dienst en had bij elke promotie trouw beloofd aan de democratie en aan de wetten van zijn land.

Op die elfde september pleegde Pinochet drievoudig verraad; aan zijn president, Salvador Allende en zijn politieke superieuren, aan de democratie en het Chileense volk die hij onvoorwaardelijke trouw had beloofd en aan de wetten die hij gezworen had te zullen respecteren. Direct na de overname van de macht toonde hij zijn ware aard, die van genadeloze onderdrukker, van sluwe tiran.

Gedurende zijn bloedige dictatuur heeft hij, onder het mom van Chili te bevrijden van het Marxistische juk, een niets ontziende kruistocht tegen de eigen bevolking gevoerd. Nadat hij door het getergde volk, zeventien jaar na zijn staatsgreep tot aftreden werd gedwongen heeft hij volgens het officiële rapport van de waarheids- en verzoeningscommissie 33.221 mensen laten arresteren, 27.255 van hen laten martelen, 2.095 Chilenen vermoord en 1.102 van hen laten verdwijnen. Zijn bewind is ervoor verantwoordelijk geweest dat bijna een miljoen Chilenen hun land zijn ontvlucht uit angst voor politieke vervolging.